Technologie, design en de democratie: van transacties naar relaties

 [Door Martijn de Waal]

‘Heus’, zo hield moderator Glen Weyl het publiek op SXSW in Austin voor, ‘er bestaan alternatieve modellen in de wereld waarin technologie en digitale media de democratie wél kunnen versterken.

De relatie tussen digitale media en democratie was een thema dat mij voor vertrek naar Austin behoorlijk bezig had gehouden. SXSW stond immers bekend als een tech-event met een progressief randje, lekker ‘weird’ in een wereld van oprukkende platformefficiëntie en surveilance capitalism. De plek waar ooit Twitter vol optimisme de wereld in werd geslingerd, toen de geest van Al Gore nog over het internet waarde. De information super highway ging een nieuw gouden tijdperk inluiden dat het democratische ethos van het klassieke Athene zou doen herleven.

Hoe zou de tech community hierop reflecteren, vroeg ik me af. Nu we aan het begin staan van een heel ander type ‘golden age’, afgaand op de beloftes van de nieuwe Amerikaanse president?

Disruption, baby, disruption

Het korte antwoord is: veel minder dan ik had verwacht. Ja, er werd hier en daar wel een obligate opmerking gemaakt over ‘he who shall not be named’, maar echte #ophef ben ik niet tegengekomen. In opvallend veel sessies was het: business as usual, in de letterlijke betekenis van het woord: gemeentes, koop onze digital twin software, en al uw problemen worden opgelost. In andere sessies werden zorgen over AI gekoppeld aan optimisme over de aandelenkoersen.

Een crypto-ondernemer vertelde ongegeneerd dat Uber en Airbnb zijn grote voorbeelden waren, omdat die bedrijven - volgens het move fast-and break things-mantra - zich niets aantrokken van bestaande regels en daardoor uit het niets een nieuwe markt wisten te creëren. Disruption, baby, disruption.

Interessant was  - op de dag dat de cryptowereld was uitgenodigd in het Witte Huis en Trump zijn strategische Bitcoin-reserve aankondigde - het inkijkje van de kritische journalist Molly White in het lobbywerk van de cryptowereld tijdens de verkiezingen. Zo hadden ze een persona bedacht van een – volgens White nauwelijks bestaande - gewone Amerikaan als crypto-investeerder. Ze hielden politici voor dat ze de stem van deze Joe Bitcoin zouden verliezen als ze crypto zouden reguleren. En mochten ze voor dat argument doof blijven, dan hadden ze altijd nog een goed gevulde kas achter de hand om de campagne van de opponent een boost te geven.

Alle indicatoren op groen?

In veel van de panels en keynotes die ik bijwoonde, was er weinig zorg over de toekomst. We konden rustig gaan slapen, beloofde de CEO van IBM in zijn keynote interview. Het was nu wel wat onrustig op de beurs. Maar alle lange termijn-indicatoren – inflatie, werkloosheidcijfers- stonden op groen. De koersen zouden wel weer bijtrekken.

Intussen gingen in app-groepen van de Nederlanders berichten rond over lijsten van woorden die niet meer gebruikt mochten worden op overheidswebsites (waaronder woord ‘climate crisis’, ‘hate speech’ en ‘pregnant people’), en berichtte de New York Times over intimidatiepraktijken die ervoor zorgden dat politici uit angst voor hun positie en zelfs de veiligheid van hun gezin geen kritiek meer durfden te uiten op Trump. En schreven Nederlandse media bezorgd over de afnemende persvrijheid in de VS. Bij mij staan de seinen al eventjes niet meer op groen.

Alternatieven

Toch waren er gelukkig ook alternatieve geluiden te horen in Austin. In sommige sessies werd gereflecteerd op publieke waarden in het digitale medialandschap, onder meer ingebracht door het Nederlandse Rathenau-instituut en het groeifonds CIIIC  rond immersive media. Er waren sessies over open source of steward-owned platform-alternatieven als Signal of Bluesky.

 Weird washing, from change to care

Het meest kritisch was Douglas Rushkoff die het festival betichtte van ‘weird-washing’: al die post-punk anarchorock bandjes die downtown Austin ’s avonds overnemen geven het festival niet alleen een boutique-rafelrandje, ze legitimeren ook de platformen en ondernemingen van upcoming start-ups en mainstream tech bro’s als iets edgies en nastrevenswaardig. Zijn oplossing? Terug naar het ‘weirde’ pre-Netscape internet van de usenet psychedelica, de virtual communities en de vrije seks. Daaronder lag een serieuze boodschap, van een verandering in attitude die hij omschreef als van een ‘agent of change’ naar een ‘agent of care’. Zijn motto: probeer te leven in het hier en nu en zo goed als je kan te zorgen voor de mensen om je heen.

<<I find myself slowing changing from an agent of change to an agent of care. I’m less confident in the impact my activism might have on policy than I am about the impact my care may have on other human beings, as well as how they might trickle up to the systems that need changing.>>

AI, sensemaking, uncommon ground & het democratische debat

Zelf was ik – vanuit mijn rol als lector Civic Interaction Design aan de Hogeschool van Amsterdam het meest geïnteresseerd in de sessies waarin Weyls democratische alternatieven gestalte kregen. Daar waren er ook een aantal van. 

In de sessie van Weyl was ook Audrey Tang aangeschoven, de voormalige minister van digitale zaken van Taiwan, en samen met Weyl auteur van het boek Plurality The future of collaborative technology and democracy. Dat boek ademt nog enigszins het oude tech-optimisme van de vroege jaren negentig, en claimt het internet terug als publieke ruimte. Maar dan nu met Web3 technologie en kunstmatige intelligentie.

 Dat is interessant omdat het niet alleen een alternatieve visie voor de ontwikkeling van de democratie biedt, maar deze ook onderbouwt met succesvolle experimenten in Taiwan:

·      Tang introduceerde tijdens haar bewind het concept van ‘radical transparency’. De transcriptie van alle gesprekken die ze voerde met lobbyisten als ook haar bijdrage aan het debat heeft ze online gezet, en zijn doorzoekbaar.

·      Voor Taiwanese online debatplatforms Polis introduceerde Tang de principes van ‘uncommon groud’ en ‘prosocial media’ en ontwikkelde ze met externe partners ‘sense making tools’ die het debat kunnen organiseren, en moderatoren daarin kunnen assisteren. Ook kunnen ze helpen bij het factchecken (‘grounden’) van claims die worden gemaakt.

·      Tang spreekt van een strategie van ‘broad listening’ in plaats van ‘broadcasten’: Algoritmes analyseren bijdragen vanuit alle hoeken van het publieke debat, en gaan op zoek naar overeenkomsten in plaats van juist de verschillen te benadrukken.

·      Soortgelijke algoritmes werden in Taiwan ook ingezet om burgers te betrekken in het wetgevings-proces. Om het probleem van bots en misinformatie te omzeilen, werden mensen actief uitgenodigd doordat ze 200.000 mensen uitnodigden via een SMS, waarin ze een simpele vraag moesten beantwoorden.

·      Een andere strategie in het online debat is ‘pre-bunking’. Door opnieuw bijdragen snel te analyseren wordt manipulatieve content snel herkend, en kan een breder publiek hierover vast geïnformeerd worden.

Van democratische algoritmes naar democatische ruimtes

In een panel later in de week verlegde Deepti Doshi van New Public het perspectief van de algoritmes in het medialandschap naar de inrichting van de ruimte.

<<Onze online ruimtes zijn nu ingericht voor adverteerders. Maar hoe richten we ze zo in dat mensen zich er thuis voelen, zich met elkaar kunnen verbinden en betrokken kunnen raken bij allerhande discussies.>>

 Als metafoor verwees ze naar de inrichting van de zaal. Nu stonden er vier stoelen op een podium, gericht naar tweehonderd stoelen in de zaal. Als je de stoelen in een kring zou neerzetten, zou je een heel andere dynamiek krijgen voor de bijeenkomst. Hoe kunnen we ook over de inrichting van online ruimtes op zo’n manier nadenken?

 New Public is opgericht door Eli Pariser (de auteur van het geruchtmakende boek The Filter Bubble) en richt zich op het stimuleren van online communities waar ‘people can thrive and connect.’ Daarin kunnen media-organisaties en maatschappelijke initiatieven een belangrijke rol spelen, door platform-technologie te combineren met menselijke inbreng.

Community stewards spelen een belangrijke rol bij het opzetten en beheren van online gemeenschappen. Volgens Doshi kunnen zij online ruimtes beheren en daarin de norm stellen voor uitwisseling. Een mooi voorbeeld volgens haar is Front Porch Forum uit Vermont. Dat komen bewoners van Vermont bij elkaar om praktische tips uit te wisselen, elkaar op de hoogte te houden, en soms ook om met elkaar in debat te gaan.

 De basis van democratie is vertrouwen, betoogde Doshi. Dat moet kunnen groeien vanuit allerlei soms ook triviale ontmoetingen en uitwisselingen. Mensen zijn niet altijd bezig met de grote thema’s of het grote politieke debat. Democratie versterk je juist door het creëren van informele uitwisseling.

 Burgerberaad als actieve vorm van democratie

Vanuit zo’n alledaags vertrouwen kunnen wel weer nieuwe vormen ontstaan waarin burgers ook in depth met elkaar kunnen werken aan oplossingen voor maatschappelijke thema’s. Josh Burgess zier daarbij een rol voor  citizen’s assemblies – ook wel: burgerberaden.

 Want uiteindelijk is democratie geen spectators’ sport, betoogt Burgess. Het vereist actieve betrokkenheid van ons allemaal. Recent was hij betrokken bij de organisatie van zo’n beraad in Oregon, rond het thema dakloosheid. Dertig mensen met uiteenlopende achtergronden werden willekeurig geselecteerd. Ze kwamen een hele week bij elkaar om met elkaar in discussie te gaan over het thema en oplossingen te bedenken. Een aantal lessen:

·      Het burgerberaad draait om empathie en storytelling. Neem de tijd om mensen elkaar verhalen te laten vertellen over zichzelf, en hoe zij vanuit hun persoonlijke achtergrond tegen het thema aankijken. Van daaruit ontstaat vertrouwen en empathie, en dat is de basis om gezamenlijk te werken aan oplossingen.

·      Een burgerberaad vereist ook een actieve media-strategie. De verhalen die mensen aan elkaar vertellen, waarin ze uitleggen hoe zij vanuit hun eigen leven tegen een issue aankijken, hebben de potentie om het thema bij een breder publiek onder de aandacht te brengen. Josh werkte met een documentairemaker die het proces volgde. Externe journalisten werden ook actief uitgenodigd om verslag te doen.

·      Josh ziet het burgerberaad ook als een mogelijkheid voor capacity building. Zijn organisatie betrok de lokale universiteit, en trainde de studenten als moderatoren.

·      Het is belangrijk dat bestuur goed is aangehaakt, en dat zij zich vooraf committeren aan de uitkomsten, dat wil zeggen dat ze uitleggen wat ze met de aanbevelingen gaan doen. En als ze deze niet overnemen, moeten ze goed uitleggen waarom niet.

Digital twins: gericht op efficiency of burgerbetrokkenheid?

Tot slot woonde ik nog twee sessies bij over digital twins, vanuit twee hele verschillende gezichtspunten.

De burgermeester van San Jose Matthew Mahan vertelde hoe hij een digital twin aan het ontwikkelen was die onder meer gericht was op het bestrijden van natuurrampen. Het model moet – onder meer door gebruik te maken van satellietbeelden en sensoren – steeds een actueel overzicht geven van bijvoorbeeld de begroeiing in en om de stad, en de droogte, zodat het risico op bosbranden goed in kaart gebracht kan worden. Door zo’n twin ook te laden met andere data, bijvoorbeeld over eigenaarschap van het land, wordt het mogelijk om ook gerichter in te grijpen. Bijvoorbeeld als blijkt dat er op een bepaalde plot wildgroei van droge struiken is ontstaan die bij een eventuele brand het vuur snel zouden kunnen laten verspreiden.

<<Ons gebied is heel versnipperd, met uiteenlopende eigenaren en jurisdicties van lokale en regionale overheden en andere organisaties. Door dat in een systeem bij elkaar te brengen, kun je sneller schakelen en ingrijpen.>> 

Government as a service

Dara Treseder, CEO van Autodesk, een bedrijf dat digitale omgevingen maakt, vertelde hoe die ook worden gebruikt voor de ontwikkeling van scenario’s. Zo was er vervallen fabriek vlak bij een snelweg in Oakland, die vanwege de ligging lang niet werd ontwikkeld. Autodesk hielp met het ontwikkelen van een digital model waarin de nieuw te ontwerpen gebouwen geplaatst konden worden. Door data over lichtinval, snelweggeluiden, en andere omgevingsfactoren te combineren konden uiteenlopende scenario’s worden getest en een oplossing worden bedacht waarin de geluidsoverlast minimaal was. 

Mahan en Treseder  bespraken de voorbeelden vanuit het perspectief van ‘government as a service’. Zij zien de overheid als een organisatie die zo efficiënt mogelijk diensten moet aan bieden aan haar burgers, en daar zo transparant over moet rapporteren, zodat burgers kunnen zien dat hun ‘tax dollars’ efficiënt worden besteed. Digital twins en toenemende sensordata kunnen daarin een belangrijke spelen, menen zij.

Eigenaarschap en actieve burgers

In een sessie eerder op de dag werden digital twins ingezet voor een ander doel: het betrekken van burgers bij de ontwikkeling van hun buurt. Hier was niet efficiëntie en dienstverlening het onderliggende ideaal, maar draaide het erom burgers een gevoel van ‘eigenaarschap’ te geven over de ontwikkeling van hun buurt, hun onderlinge relaties te versterken, en ze te betrekken bij thema’s als klimaatverandering.

Ook hier hadden de initiatiefnemers – Nonny de la Pena, Sultan Sharrief, Kathleen Cohen en Marcela Oliva – een aantal braakliggende plekken in de stad – dit keer Los Angeles – omgezet naar een digitale omgeving. Samen met burgers gebruikten ze het model om te kijken hoe de plot op ecologische verantwoorde wijze kon worden ingevuld met bomen en planten. Gebruikers konden uit een planten-bibliotheek tientallen verschillende planten downloaden en ‘planten’ in de virtuele omgeving die ook weer gevoed was met omgevingsdata over het klimaat, bodemkwaliteit etc. Het model kon vervolgens laten zien hoe de stadstuin zich door de maanden en jaren heen zou ontwikkelen.

Het idee daarachter was dat bewoners elkaar via workshops en het gebruik van de digital twin beter kunnen leren kennen, kennis op kunnen doen over klimaatverandering en de locale ecologie, en van daaruit ook gemotiveerd raken om actief mee te werken aan het ontwikkelen van de stadstuinen. Ook in dat proces kunnen- al dan niet professionele - comunity stewards een belangrijke rol spelen, door initiatieven te ontplooien en aan te jagen, en bijvoorbeeld ook zorg te dragen voor de doorontwikkeling en het beheer van de digital twin.

Conclusie: relaties, liever dan transacties

Door de sessies heen liepen zo verschillende visies op de rol van digitale technologie in de democratische samenleving. In de eerste zijn overheden vooral dienstverleners, en kan tech helpen in het beter organiseren van hun diensten. Daar is natuurlijk weinig op tegen.

Toch kan zo’n benadering ook averechts uitpakken, wanneer ze niet wordt gecombineerd met meer relationele en participatieve benaderingen van democratie. Een overheid die zich reduceert tot het aanbieden van diensten, riskeert dat burgers zich ook vooral als klanten gaan zien. Dat kan weer bijdragen aan een verdere ‘transactionalisering’ van de samenleving. In zijn keynote sprak Scott Galloway in dat verband nog zijn zorgen uit over de toenemende eenzaamheid in de Amerikaanse samenleving, en vooral over het feit dat er groepen jonge mannen opgroeien met een tekort aan sociale skills. De ongemakkelijkheid die sociale interactie in de echte wereld soms met zich meebrengt, gaan ze liever uit de weg. In plaats daarvan zijn er apps, bezorgdiensten, gamewerelden en online porno.

Dat schrikbeeld geldt natuurlijk niet voor iedereen, maar persoonlijk ben ik vooral geïnteresseerd in de vraag hoe de technologie die nu eenmaal een belangrijk onderdeel van onze samenleving is, zo kan worden ingericht en beheerd dat die ook bijdraagt aan de ontwikkeling van sociale relaties. De voorbeelden in de diverse pannels gaven aan dat daarvoor een combinatie van drie factoren nodig is:

 

·      technologie (algoritmes voor ‘broad listening’, digital twins),

·      architectuur en design (wat is de online equivalent van de ‘front porch’, die uitnodigt tot informele sociale interacties?)

·      community stewardship (een actieve rol voor al dan niet professionele beheerder)

Ik was dan ook verheugd om op SXSW voorbeelden te zien van bedrijven, stichtingen, en ontwerpers die vanuit zo’n visie vorm proberen aan de toekomst, en hoop daar zelf met onze onderzoeksgroep Civic Interaction Design ook weer aan bij te kunnen dragen.

Deze bijdrage is geschreven door Martijn de Waal

 

 

 

 

Comments

Dank, interessant verhaal!
Fijn verhaal Martijn, heel veel dank! Ik deel je gevoel dat het voor een groot gedeelte business as usual was op SXSW. Maar toch ….. als sxsw-veteraan (15e keer denk ik?) constateerde ik ook dat het spontane, vrolijke, gekke ongebreidelde optimisme dat Austin altijd zo kenmerkte, in de meeste sessies die ik bijwoonde ontbrak. Er waren was een onderstroom van zorg, een soort vlakheid. De kat even uit de boom kijken, zullen we het er maar even niet over hebben, zoiets. Aan de andere kant: ik merkte juist een soort opluchting en extreem enthousiasme bij sessies met Mereith Whittaker (Signal) of Jay Graber en Rose Wang (Bluesky). Daar werd zeer expliciet benoemd wat er mis is met de tech-bro’s en presenteerde een nieuwe generatie tech-sisters zich nadrukkelijk als hoeder van het vrije internet. Onder het motto: de koning is dood, leve de koningin.
Interessant verhaal, met veel plezier gelezen!

Add a comment